John Spijksma, woordvoerder cultuur; schetst hieronder de woordelijke bijdrage van onze PvdA fractie aan het debat van afgelopen woensdag:
De herijking is een complex dossier en dat wisten we vooraf. We vinden het dapper dat het college deze hete aardappel heeft opgepakt. Er was grote scheefgroei in het geld dat verschillende verenigingen van ons kregen. Weinig ruimte voor nieuwe initiatieven terwijl anderen jaarlijks blindelings geld kregen op basis van afspraken uit zeg maar 1990 of wellicht nog eerder. Het is voor de PvdA logisch – en ook een kwestie van goed stadsbestuur – dat we hiernaar kijken en nieuwe afspraken maken. Modern, effectief, goed en vooral eerlijk subsidiebeleid is uiteindelijk toch beter voor het verenigingsleven en de stichtingen in onze stad dan alles bij het oude te laten.
Insteek is goed en eerlijker subsidiebeleid
Voor de PvdA betekent goed en eerlijker subsidiebeleid vooral dat het beschikbare budget geïnvesteerd wordt in onze jeugd, in een sterke basis in sport & cultuur die voor iedereen toegankelijk is en in stichtingen met sociale doelen. Is dat met deze herijking gelukt? Deels. In het voorlopig overzicht staan echt wel keuzes die wij zelf niet gemaakt zouden hebben maar de herijking is voor ons wel een stap in de goede richting. We zien dat er meer geld gaat naar jeugd en sportvoorzieningen, dat de bibliotheek meer geld krijgt, dat het missiemuseum vooruit kan en er extra geïnvesteerd in de doorontwikkeling van het brede cultuurbeleid.
Zorgen over sociale basis
Over de sociale basis maken we ons wel zorgen. We krijgen uit deze hoek te veel signalen over afwijzingen vanwege het ingestelde subsidieplafond binnen deze subsidieregel. Activiteiten die wij als PvdA belangrijk vinden komen daarmee onder druk te staan. We gaan dat uitzoeken zodra de nog lopende bezwaarronde is afgesloten en als dat nodig is komen we hierop ook op terug bij bespreking van de kadernota of het jaarresultaat.
Vanavond gaat het echter niet over de individuele subsidietoekenningen of afwijzingen. Als raad beoordelen wij deze niet en wij geven ook geen beschikkingen of afwijzingen af. Dat is de verantwoordelijkheid van het college en dan meer specifiek de wethouders in de betreffende domeinen. Als raad stellen wij het budget en de spelregels vast.
Géén bezuinigingen
In dit licht zijn wij blij dat de voorgenomen bezuinigingen nu eindelijk van tafel zijn. Anders dan de oppositie blijft beweren in de pers heeft de PvdA-fractie zich daar vanaf dag 1 tegen verzet. We hebben dat en-publiek in alle debatten uitgesproken en achter de schermen zijn we hierover constructief in gesprek gegaan met onze coalitiepartners. Het resultaat is dat er nu coalitie breed besloten is de bezuiniging te schrappen uit de begrotingen van 21 en 22. Daarnaast stelt de coalitie voor het overschot van het noodfonds in te zetten als extra financiële ruimte voor nieuwe kleinere initiatieven. De facto wordt er de komende jaren dus meer uitgegeven aan de betreffende sectoren dan voor de herijking.
Uitvoering móét beter
Als we kijken naar hoe de herijking tot op heden vorm krijgt zijn we minder gelukkig. De eerste stappen in dit proces zijn gewoonweg niet goed genoeg verlopen en dat heeft het draagvlak voor de herijking onder druk gezet. Veel organisaties voelen zich op dit moment miskend en aan de kant gezet. Dat willen we niet en daar moeten we in de toekomst beter mee omgaan. Eerlijk is voor ons als PvdA ook transparant, betrouwbaar en respectvol. Het maatschappelijk belang van het verenigingsleven voor de stad is daarin voor ons leidend en niet de interne gemeentelijke processen.
Overgangsregeling ook voor subsidiënten 2020
Daarin gaat het volgens ons nog niet goed genoeg. Het duidelijkste voorbeeld daarvan is uitvoering van de ‘zachte landing’ uit het noodfonds. Dit was een heldere opdracht van de raad aan het college: pas bij de herijking een overgangsregeling toe zodat alle verenigingen de tijd krijgen zich op de nieuwe situatie aan te passen. Ook de daarbij te hanteren formule was helder: Nieuw (2021) minus oud (2020) x 50% voor het eerste jaar en 25% voor jaar 2. Een kind kan de was doen. En toch is dit niet als zodanig uitgevoerd, terwijl wij als factie daar wel op rekenden en ook zo gecommuniceerd hebben met onze achterban . De vraag is hoe dit heeft kunnen gebeuren?
Uit de beantwoording van het college begrijpen we dat er ‘ergens’ in het proces, stilzwijgend extra voorwaarden zijn toegevoegd aan de afgesproken overgangsregeling. Wanneer een vereniging in 2021 geen recht op subsidie heeft, valt deze automatisch ook buiten de regeling van de overgangsregeling. Daarmee is bij de invoering een bijna Kafkaanse cirkelredenering toegepast die niemand in deze raad wilde. Maar wel een redenering met grote gevolgen voor het draagvlak van de herijking. Teveel organisaties vonden opeens een brief in de bus waarin we hun veel succes wensen met de activiteiten, maar dat de subsidie met ingang van 2021 in een klap op € 0 gesteld wordt. Logisch dat deze verenigingen zich niet serieus genomen voelen en vinden dat ze aan de kant gezet zijn. In de motie roepen we het college op dit te corrigeren en de extra voorwaarden alsnog te schrappen. Daarbij roepen we ook op te werken aan herstel van vertrouwen o.a. door dit geld snel uit te betalen om te voorkomen dat de betreffende verenigingen in liquiditeitsproblemen komen.
Met de tweede bullit in de motie – de extra openstellingsronde – willen we een eenmalige oplossing bieden voor verenigingen die in de overgang tussen wal en schip zijn beland omdat ze hun activiteitenbegroting technisch niet tijdig in lijn hebben kunnen brengen met alle nieuwe subsidieregels.
Complex proces, met nog een hoop verbeteringen
Het is inmiddels voor iedereen wel duidelijk zijn dat het proces complex is en dat er nog veel verbeterd kan en moet worden. Het college ziet dat gelukkig ook in en gaat daar verder mee aan de slag. Met de voorgestelde herstelacties en de beantwoording van de vragen hebben wij wel vertrouwen in het vervolg. Belangrijk is dat we in 2021 het verschil tussen eigen vermogen en werkvermogen goed uitwerken en de procedure van aanvraag en beoordeling transparanter en simpeler maken. Inhoudelijke zorgpunten nemen we daarbij zoveel als mogelijk mee in de besprekingen van het beleid m.b.t. tot Cultuur, Sport en het Sociaal domein. Daarbij willen we wel aandringen op pro-activiteit in de relatie met verenigingen en stichtingen. Er moet ruimte zijn voor het gesprek over de nieuwe subsidieregels en wat daarin in hun specifieke situatie wel of niet reëel mogelijk is binnen de huidige subsidieregels. Maatwerk zoeken dus, op de manier waarop dit al schijnt te zijn gebeurd binnen de subsidieregel jeugd. We horen daar veel positieve geluiden over. Deze werkwijze moet wat ons betreft binnen alle subsidieregels de norm worden. Toetsing op basis van papier doet geen recht aan het grote belang van goed functionerende verenigingen en stichtingen in onze gemeente. We vragen het college ons dit toe te zeggen? Daarnaast willen we goed op de hoogte gehouden worden van alle verdere ontwikkelingen m.b.t. de herijking. Ook daarvan vragen we een toezegging van het college.
John Spijksma