Zorgaanbieders derven omzet: vragen aan College B&W

27 oktober 2020

Door de Corona crisis zegt een deel van de cliënten van zorginstellingen de huishoudelijke hulp af. Zorgaanbieders derven hierdoor omzet. De VNG heeft landelijk richtlijnen om deze omzetderving te compenseren en gemeenten in de regio maken hier gebruik van.  In de gemeente Venlo gebeurt dit niet.

Raadsleden Mohamed Addarrazi en Bep Holla stellen hier morgen 29 oktober mondelinge vragen over aan het college van B&W tijdens de Besluitvormende Raadsvergadering vragen over aan het college.

Compensatie is van groot belang om de continuïteit van de instellingen te borgen en voor het dekken van de kosten voor de alternatieve zorg

De fractie heeft  de navolgende vragen. Het college wordt verzocht deze vragen mondeling te beantwoorden tijdens het vragenuurtje in de eerstvolgende besluitvormende vergadering van de gemeenteraad.

  1. Heeft het bedoelde overleg inmiddels plaatsgevonden. En zo ja, met welk resultaat?  Zo neen, waarom niet?
  2. Wat is de huidige stand van zaken m.b.t. het al dan niet compenseren van de omzetderving van zorgaanbieders over de periode maart-juli in het algemeen en huishoudelijk hulp in het bijzonder?
  3. Wat zijn de richtlijnen in deze van de VNG en het Kabinet? Is compensatie van het rijk toegezegd c.q. ontvangen en zo ja, onder welke condities?
  4. Waarom wil de gemeente Venlo medio 2020 de zorgaanbieders huishoudelijke hulp niet compenseren ondanks de richtlijnen van de VNG en het besluit van regiogemeenten om dit wel te doen.
  5. Waarom is in een mail d.d. 12 mei ten onrechte gewezen op de NOW, terwijl verondersteld mag worden, dat de gemeente op hoofdlijnen de voorwaarden kent om voor de NOW in aanmerking te komen?
  6. Is er nog altijd sprake van het zich niet gewaardeerd voelen van deze instellingen en hun medewerkers door de handelwijze van de gemeente medio 2020 en wat gaat het college eraan doen om dit om te buigen?
  7. Om hoeveel omzetderving gaat het en wat betekent het voor de betreffende instellingen en met name de kleinere instellingen voor huishoudelijke hulp als deze omzetderving niet wordt gecompenseerd?
  8. Wat zijn volgens het college de gevolgen als zorgaanbieders als gevolg van omzetderving in financiële problemen geraken of zelfs omvallen? Hoe groot is de kans, dat dit gebeurt? Wat kan en gaat het college doen in voorkomende gevallen?
  9. Uit welk budget wordt de huishoudelijke zorg vergoed en wat gebeurt nu met de middelen, die niet zijn ingezet vanwege niet geleverde zorg.